Beschreibung:

16 S. mit vielen tls. farb. Abb.; geheftet.

Bemerkung:

Gutes Ex.; Einband berieben. - Beilage: Biographien der Künstler; 8 Seiten; geheftet. - Abbildungen: Wim Oepts; Jan Strube; Ger Gerris; Johann van Hell; Ferdinand Erfmann; J. Braakensiek; Charley Toorop; G. Wunderwald; H. Baluschek; Peter Alma; Nic. Eekman; Chris Beekman; J. Ouwersloot; Louis Schrikkel; Willem van den Berg; M. Cohen; Sal Meyer; K. Daamen; Cor de Wolff; Toon van den Muysenberg; Herman Kruijder. // In kunsthistorische studies heeft tot nu toe te weinig aandacht bestaan voor de realistische kunst uit de jaren '30. De laatste tijd komt hierin verandering, gelet op tentoonstellingen en publikaties, maar in het algemeen is men nog steeds van oordeel dat die kunst traditioneel is en te weinig nieuwe gezichtspunten te bieden heeft. De magisch-realisten Willink, Koch, Ket en Hynckes waren de enigen die van belang werden geacht, vooral omdat zij een element van vervreemding in de kunst introduceerden, waaruit een bepaald noodlotsgevoel sprak; de tijdgeest van de crisis. Door deze eenzijdige belangstelling is een beperkt beeld ontstaan van de kunstsituatie in de jaren '30 en een bredere oriëntatie leek dan ook gewenst. Het verzoek van de kunstschilder Louis Schrikkel een tentoonstelling over het Populisme te organiseren vormde de aanleiding tot dit onderzoek. Het doel van het hier gepubliceerde artikel is in de eerste plaats het bieden van informatie over het werk en de geschiedenis van de Populistengroep en verder is geprobeerd het Populisme te relateren aan de Nederlandse kunstontwikkeling in de jaren '30. Het blijkt dat dit Populisme geen bijzondere plaats inneemt ten opzichte van het hele kunstbeeld. Niettemin zijn hun doelstellingen het bestuderen waard. De moderne kunststromingen als de abstracte kunst en het expressionisme vonden alleen weerklank bij een kleine groep mensen. De Populisten wilden hierin verandering brengen door uitsluitend figuratief werk te maken en hun onderwerpkeuze te richten op het alledaagse leven van de gewone man. Doordat de mensen in een dergelijke kunst hun eigen wereld terug konden vinden, hoopten de Populisten op meer waardering van het grote publiek. De aktiviteiten van de Populisten als groep concentreerden zich rond de jaren 1935-'36. In de periode hierna exposeerden ze nog wel binnen de Amsterdamse kunstenaarsvereniging De Onafhankelijken, maar ze kwamen niet met nieuwe doelstellingen en het enthousiasme van de beginjaren was er duidelijk uit. In 1939 viel de groep uit elkaar. Vanwege het feit dat het werk van iedere kunstenaar een duidelijk individueel karakter draagt, zijn aan het eind van dit artikel een aantal biografieën toegevoegd, waarin nader op de individuele stijlenkenmerken ingegaan wordt.